Ruggengraat voor beleidsbemiddelaars

Door: Frans Evers

?

Al weer bijna drie jaren geleden deden een aantal ge?nteresseerden in beleidsbemiddeling, waaronder MGA netwerkleden Huub Schrijver en ikzelf,  een oproep op een website van de UvA om suggesties voor de opstelling van een zogenaamde ruggengraat voor beleidsbemiddelaars. In haar latere proefschrift gaat een van de andere ondertekenaars, Jantine Grijzen, daarop in.

Wij stelden: “De verbetering van wijken, de integratie van migranten, lange files en het beveiligen van land tegen water zijn allemaal voorbeelden van maatschappelijke problemen die geen simpele oplossing kennen. Daarbij bestaat onzekerheid over beschikbare kennis en zijn de verschillende partijen  in hoge mate van elkaar afhankelijk.

Zulke maatschappelijke problemen verzanden gemakkelijk in langdurige conflicten: politici bijten zich vast in hun positie, burgers gaan naar de rechter en overheden beconcurreren elkaar. Of zij verzanden in uitzichtloze processen: om de relaties goed te houden komt het niet tot concrete afspraken, of worden slappe compromissen gesloten.

In zulke gevallen kan het inhuren van een beleidsmediator of beleidsbemiddelaar een goede oplossing zijn. Een beleidsbemiddelaar is een onafhankelijke derde, ingehuurd voor het oplossen en zo mogelijk voorkomen van maatschappelijke problemen tussen maatschappelijke groepen, private partijen en overheden.

Beleidsbemiddeling heeft naast de potentie om problemen op te lossen een schaduwzijde. Stelt een beleidsbemiddelaar zich echt onafhankelijk op? Hoe wordt omgegaan met zwakkere groepen? Doen de beleidsbemiddelaar en de partijen genoeg om een duurzame oplossing te vinden, of nemen zij genoegen met een snel akkoord?

Ons initiatief richt zich op een discussie onder beleidsbemiddelaars, opdrachtgevers en andere partijen over de manier waarop beleidsbemiddeling op een verantwoorde manier kan worden vormgegeven. Op deze manier hopen we bij te dragen aan een kritische reflectie en zelfregulering van beleidsbemiddeling als professionele aanpak voor maatschappelijke problemen.

Het uiteindelijke doel is het cre?ren van een ?ruggengraat? voor beleidsbemiddelaars. Het gaat hierbij niet om een lijst van ?tien geboden?, maar een lijst van normen en afwegingskaders waarbinnen beleidsbemiddelaars en opdrachtgevers een praktijk kunnen ontwikkelen en verantwoording afleggen. “

Huub gaf vrijwel direct als reactie dat hoe je het ook wendt of keert, een goede beleidsbemiddelaar niet anders kan dan volgens de MGA aanpak te werken. Dat is interessant omdat veel zelfs gekwalificeerde mediators geen idee hebben van deze theoretische achtergrond van hun werk. Beleidsbemiddeling is dus kennelijk wat anders dan mediation. Ik merk dat vrijwel dagelijks in  discussies over bestuurlijke conflicten zowel in internationaal kader als in typisch regionale zaken in Nederland.

De goede beleidsbemiddelaars hebben vrijwel nooit een achtergrond als advocaat. Wat telt is ervaring in procesbegeleiding, goed kunnen luisteren naar alle partijen en niet bang zijn in vastzittende situaties creatief te zijn, zonder daarvoor later het succes te claimen. Toepassing van de Mutual Gains Approach is geen maniertje, zelfs niet een methode, maar een gereedschapskist waarvan je niet alleen de inhoud goed kent, maar waaruit je op het goede moment de passende sleutel of schroevendraaier haalt en aan iedereen laat zien wat je doet. Nu is een probleem dat er ook best meer complexe instrumenten, zonder gebruiksaanwijzing, in je MGA koffer zitten. Dan komt het er bijvoorbeeld op aan de inhoud en betekenis van  het BATNA van de verschillende partijen ( wat kunnen zij bereiken als er geen onderhandelingsresultaat tot stand komt) te kunnen communiceren, of met partijen samen kunnen vaststellen dat een afwezige stakeholder toch moet worden uitgenodigd in het belang van de implementatie van een oplossing die nog niet op tafel ligt.

Voor mij zijn de belangrijkste waarden voor de ruggengraat van de beleidsbemiddelaar:

transparantie, verantwoording willen en kunnen afleggen voor iedere procesingreep die je doet, kunnen laten zien dat je argumenten serieus neemt door geen traditioneel voorzittersgedrag te vertonen ( bv door niet door te vragen naar argumenten omdat dat maar zou ophouden of de zaak ingewikkeld zou maken of nog erger : goedbedoelde processuggesties van deelnemers te zien als aantasting van je gezag als voorzitter) en steeds beschikbaar te zijn als interface tussen alle partijen die daar expliciet of impliciet om vragen. Het voorgaande leidt niet per definitie tot voorspelbaar gedrag. Soms is het voor de voortgang van het proces belangrijker een vertrouwelijk gesprek te kunnen hebben dan daarover aan andere partijen mededeling te doen. In combinatie met de wens tot transparantie is het dan nodig tevoren de instemming van partijen te verkrijgen dat je vertrouwelijke gesprekken kunt voeren. In een recente toespraak in Oslo  onderstreepte de Noorse minister Erik  Solheim dat weer eens: een wapenstilstand op Sri Lanka, die hij bemiddelde, zou zonder geheim overleg met partijen absoluut niet mogelijk zijn geweest.

Misschien is de belangrijkste eigenschap van een goede beleidsbemiddelaar dan toch: lef.