Normen en waarden in het Groene poldermodel
Deze thuisblijftijden verleiden tot opruimen. Zo vond ik een artikel uit 1999 terug dat ook gisteren geschreven had kunnen zijn, zij het dat het groene poldermodel achter de “groene gordijnen” van de Tweede Kamer is verdwenen. Het is een ingezonden stuk voor de Volkskrant van Peter van Wijmen, op dat moment Tweede-kamerlid voor het CDA. Een man van wie ik gedurende mijn jongere jaren veel heb geleerd. Hieronder zijn verhaal waarin hij reageert op een polemie tussen mijzelf in de NRC en Marcel van Dam in de Volkskrant over de onderhandelbaarheid van waarden. De Volkskrant heeft dit artikel niet geplaatst. Peter overleed in 2015. Reacties zou ik zeer op prijs stellen.
Frans Evers
Normen en waarden in het Groene poldermodel.
In zijn column van 25 november 1999 in deze krant gaat Marcel van Dam in op een artikel van Frans Evers, hoofddirecteur van Natuurmonumenten, over het zogenaamde Groene poldermodel. Terwille van de leesbaarheid haal ik hier nogmaals de passages aan die Marcel van Dam citeerde: Evers schreef dat maatschappelijke organisaties zoals Natuurmonumenten in staat zijn te onderhandelen “maar niet over de normen en waarden waarvoor zij staan. Die waarden zijn namelijk niet onderhandelbaar, zij vormen de grondslag voor die organisaties. Voor een werkelijk functionerend groen poldermodel moeten deze normen en waarden – die door mensen bij de maatschappelijke organisaties in vertrouwen zijn gegeven – de gemeenschappelijke basis vormen voor het overleg. Zo gaat het daarbij niet om de vraag of boren naar gas in de Waddenzee schadelijk is. Dat is immers een belangenafweging. Als we het hebben over normen en waarden in dit verband, dan gaat het erom dat je gewoon met je handen van de Waddenzee afblijft”.
Van Dam mengt zich via enkele sweeping statements – hij gelooft gelukkig wel in “het Opperwezen”- in de discussie over normen en waarden. Natuurlijk zijn die “niet onderhandelbaar” voor degene bij wie zij leven. Een andere vraag is of zij door alle gesprekspartners worden gedeeld. Het minst betrouwbaar zijn in dergelijke situaties die gespreksgenoten die wel zeggen het over bepaalde waarden eens te zijn, maar als het op standpuntenbepaling aankomt toch anders kiezen.
Bepaalde normen en waarden hebben een universeel karakter – ik kan het ook niet helpen, noch Frans Evers, noch de miljoenen die ( teleurgesteld in “de politiek”?) hun vertrouwen geven aan maatschappelijke organisaties, zoals het WNF, de Consumentenbond, de ANWB of Natuurmonumenten. Zo is de norm “Gij zult niet doden” wel als algemeen aanvaard aan te merken. Bepaalde waarden bevinden zich ook in de universele sfeer. Zo bijvoorbeeld die van een gave natuur en een gezond milieu of die van duurzaamheid. Zonder deze waarden is geen leven mogelijk en dus ook geen overleven.
Waarden als deze hebben als kenmerk dat zij collectief zijn “van ons allen gezamenlijk”; zij zijn stemloos, want zij kunnen alleen van zich doen spreken in natuurrampen, eco-catastrofen en teloorgang. Niet die ene plantensoort of die ene diersoort die uitsterft is voor de mens fataal, maar wel het wegvallen van schakels uit de keten, waarvan diezelfde mens(heid) onontkoombaar deel uitmaakt, ook als dat hem/haar om “economische” redenen minder goed uitkomt. Deze waarden gelden voor de lange duur en in elk geval langer dan de verkiezingshorizon van de gemiddelde politicus. Wij, mensen, stellen weliswaar elkaar de wet, maar natuur en milieu onttrekken zich daaraan: de natuur stelt ons de wet, hoe ongaarne wij die soms ook accepteren.
Evers en met hem miljoenen anderen, waaronder gelukkig ook internationaal gewaardeeerde politici als Brundtland, Gorbatjov, Lubbers, hebben inderdaad het licht gezien en de helderheid daarvan is voor Van Dam, die zijn ogen niet gelooft, te sterk.
In zijn observatie dat Evers en de zijnen “de enig ware normen en waarden in vertrouwen (hebben) gekregen” vliegt Van Dam echt uit de bocht, getuige zijn wat gekweld aandoende vergelijking met bisschop Gijsen. Nergens repte Frans Evers of welk andere natuurbeschermer dan ook over “enig ware” normen en waarden. Het is unfair en demagogisch hem dit in de schoenen te schuiven. Normen zijn de vrucht van overeenstemming over ethisch wenselijk gedrag. Waarden zijn collectieve goederen, “basic human needs”. De vraag naar hun (enige) waarheid laat zich domweg niet stellen, omdat deze waarden van feitelijke aard zijn, als het ware “voorgegeven”: wij treffen ze aan en leven er in. Dat wij niet zonder zuurstof kunnen leven, is een feit, geen waarde. Daaruit vloeit wel de noodzaak voort om natuur en milieu te beschermen. Dergelijke waarden kan men niet ongestraft verkwanselen. In deze zin zijn zij inderdaad niet-onderhandelbaar. Het niet-onderhandelbare toch voorwerp maken van compromissen, voert, daargelaten de vele puur-noodzakelijke inbreuken op grond van zwaarwegend maatschappelijk belang, op een letterlijk doodlopende weg.
Peter van Wijmen.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx