Rotterdam-The Hague Airport: Hoe ga je om met verschillen in macht?
Partijen die aan tafel zitten, zijn vaak niet gelijk in termen van macht. Ze hebben niet allemaal toegang tot dezelfde hoeveelheid informatie, kennis, connecties, geld, media en procedurele macht. Hoe ga je om met deze verschillen in macht, zodat je toch een goed en eerlijk proces kan hebben?
Project: Rotterdam-The Hague Airport

Rotterdam The Hague Airport is met 1,8 miljoen passagiers de derde luchthaven van Nederland (na Schiphol en Eindhoven). Met het omzetten van de Luchtvaartwet naar de Wet luchtvaart in 2013 dient zij, net zoals andere luchthavens in Nederland, een aanvraag te doen voor een nieuwe vergunning, ofwel luchthavenbesluit (LHB). Uit eerdere initiatieven bleek dat belanghebbenden in de omgeving van de luchthaven verdeeld zijn over de toekomst van de luchthaven en het aantal vluchten dat daar wordt afgehandeld. De directie van de luchthaven vond de wettelijke vormen van participatie in de procedure richting een LHB te beperkt en wilde actief in gesprek met haar omgeving. Daarom koos zij ervoor om in samenwerking met belanghebbenden een toekomstscenario voor de luchthaven vorm te geven.
Het gaat bij onderhandelingen in toenemende mate naast een ‘vergunde toekomst’ ook om de ‘gegunde’ toekomst
Proces, probleem en aanpak
Voor de luchthaven was de noodzaak duidelijk om gezamenlijk met andere stakeholders een visie te ontwikkelen op de toekomst van dit gebied. Want die toekomst wordt voor een belangrijk deel door de omgeving bepaald. Het ging dus om een ‘gegunde toekomst’ in plaats van alleen een ‘vergunde toekomst’.
Onder leiding van een onafhankelijke procesbegeleiding hebben de deelnemers van eind 2020 tot 2022 een intensieve dialoog gevoerd over het toekomstig gebruik van de luchthaven, het vliegverkeer en de impact in de regio. Uitganspunt was dat elke partij gelijkwaardig aan tafel zat. Dat betekende onder andere dat ook de luchthaven als participant deelnam aan de dialoog. Met evenveel recht om te spreken en te beslissen als andere deelnemers. In plaats van als initiatiefnemer, die plannen introduceert, toehoort en uiteindelijk zelf een beslissing neemt. Om deze gelijkwaardigheid te realiseren was het belangrijk om alle partijen even krachtig aan tafel te krijgen. In de praktijk kwam het erop neer dat elke partij toegang kreeg tot dezelfde informatie en dat onduidelijkheden gezamenlijk werden uitgezocht. Zo konden participanten vragen stellen over de onderwerpen die hen nog onduidelijk waren en zijn er verschillende deskundigen uitgenodigd om informatie te delen en uitleg te geven. Daarnaast kregen deelnemers vooraf inzicht in de wijze waarop ze gezamenlijk tot oplossingen zouden kunnen komen in dit proces, waarbij iedereen is getraind in het Mutual Gains gedachtegoed. Tenslotte hebben partijen expliciet de ambitie uitgesproken om alleen in gezamenlijkheid te kiezen voor een voorkeursscenario. Zonder deze gezamenlijkheid, geen voorkeursscenario.
Het is als initiatiefnemer in je eigen belang om belanghebbenden in hun kracht te zetten
Dit traject heeft geresulteerd in een gezamenlijk Eindproduct Participatietraject (EPP). Hoewel er geen voorkeursscenario gevonden werd op basis van consensus, is alle input van de deelnemers wel goed gedocumenteerd. Het EPP vormde voor de luchthaven de basis voor de officiële aanvraag bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ministerie en betrokken partijen willen uiterlijk 1 januari 2025 het nieuwe Luchthavenbesluit in werking laten treden.
Voor meer info over dit project: www.luchthavenbesluit.nl
MGA tips vanuit dit project:
- Zie macht niet zwart-wit, dus niet als iets wat je wel of niet hebt. Er zijn voor jou (én de andere betrokken partijen) heel veel verschillende manieren waarop je macht kunt uitoefenen, los van de overlegtafel. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de gemeenteraad, buurtbewoners-collectieven, via de media, of de rechter. Maar ook aan macht vanuit informatie, of kennis van het proces.
- Het is als initiatiefnemer in je eigen belang om alle partijen zo gelijkwaardig mogelijk aan de onderhandelingstafel te krijgen (wat overigens niet hetzelfde is als dat ze gelijk zijn). En ze dus ‘vermogend’ te maken. Als alle partijen ervaren dat ze gelijkwaardig aan tafel zitten en zich goed kunnen verhouden tot elkaar, de inhoud en het proces, is de kans groter dat er een gezamenlijke oplossing komt die ook door alle partijen gedragen en uitgevoerd wordt. Om meer gelijkwaardigheid te creëren heeft de luchthaven zichzelf op het niveau van ‘participant’ geplaatst, dus als één van de partijen aan tafel.
- Probeer alle partijen voor het betreffende proces zo goed mogelijk beslagen ten ijs te laten komen, door samen in kaart te brengen welke informatie partijen nodig hebben, door expertise met alle partijen te delen en door gezamenlijk nog onbekende feiten uit te zoeken (bijv. met Joint Fact Finding). Zorg dat alle partijen ook voldoende procesvaardig zijn om hun belangen goed in te brengen, en om hun achterban goed mee te nemen in het proces.
- Denk bij complexe processen met een groot aantal belanghebbenden na over een overlegstructuur waarbij alle belangen altijd aan tafel vertegenwoordigd zijn, maar niet alle belanghebbenden aan tafel hoeven te zitten: houd het werkbaar, maar zonder ‘machtsverlies’. Zo werd er bij RTHA gewerkt met een centrale werkgroep waar alle belangen werden vertegenwoordigd, en daar omheen een klankbordgroep, waar alle belanghebbenden in zaten. Een goede dialoog over complexe materie vraagt namelijk om een werkbare werksituatie. Onder andere met betrekking tot het aantal deelnemers.

Maak elke stem evenveel waard
Met dank aan Jeroen Medema en Bas Liebeek voor het interview over dit project.