Oostelijke Vechtplassen – hoe krijg je partijen uit hun eigen gelijk?

Soms lijken partijen lijnrecht tegenover elkaar te staan. De ideeën en beelden over de huidige situatie en de ontwikkelingen richting de toekomst lijken strijdig en ver uiteen te lopen. Hoe kom je in zo’n situatie dan toch tot een constructieve dialoog waarin oprecht wordt geluisterd naar elkaars belangen en gezamenlijk oplossingsrichtingen worden verkend?

Project: Aanpak Oostelijke Vechtplassen

De Oostelijke Vechtplassen bestaan uit een reeks van laagveengebieden op de grens van Noord-Holland en Utrecht, tussen de Vecht en de Utrechtse Heuvelrug. De Oostelijke Vechtplassen vormen een uniek en beschermd natuurgebied met een bijzondere geschiedenis en veel ruimte voor waterrecreatie. Het gebied kampt ook met problemen. Door middel van een zorgvuldig MGA proces kwam in 2017 een door 21 organisaties getekend Gebiedsakkoord tot stand, inclusief een uitvoeringsprogramma, met een looptijd van 10 jaar.(Zie daarvoor “Het kan wel” 4e druk).

Sinds 2017 werken die 21 belanghebbende partijen samen om de natuur te versterken, de waterkwaliteit te verbeteren en de recreatiesector te moderniseren. De ruim 25 projecten vormen een samenhangend pakket aan maatregelen dat zich richt op een complete kwaliteitsverbetering van het hele gebied. Aanvankelijk hadden de partijen zeer verschillende opvattingen over wat onder ‘kwaliteitsverbetering’ richting de toekomst werd verstaan. Taal en beelden liepen uiteen en er werd vooral gepraat, maar weinig naar elkaar geluisterd. Dat moest en kon anders; met behulp van ontwerpend onderzoek naar een gezamenlijke toekomst.

Proces, probleem en aanpak

Vanaf 2020 (midden in de corona periode) is er met goedkeuring van alle betrokken partijen uit het Gebiedsakkoord gestart met ontwerpend onderzoek voor de toekomst van de Oostelijke Vechtplassen. Dit had in eerste instantie tot doel om via verschillende ontwerpateliers meer begrip te krijgen voor elkaars belangen en toekomstbeelden en het met elkaar te hebben over de gevoelde spanning tussen recreatie, natuur en de bewoners. Vanuit die basis kon ook met elkaar ontworpen worden aan gezamenlijke toekomstbeelden en mogelijke scenario’s voor de verschillende deelgebieden.

Tijdens deze ateliers kwamen partijen er soms achter dat hun ideeën over de toekomst in sommige gevallen helemaal niet zo ver van elkaar afstonden als ze in eerste instantie dachten en dat ze met elkaar ook heel veel onderliggende waarden deelden over het gebied. Vaak zaten de verschillen meer in nuances of in bepaalde begrippen of termen die bij iedereen andere beelden en gevoelens opriepen. Het was belangrijk om goed door te vragen aan elkaar wat iemand nou precies bedoelde bij termen als ‘duurzame ontwikkeling’, ‘met respect voor de natuur’ of ‘passende  recreatie’. Door deze termen concreet te maken in schetsen en tekeningen kon de dialoog veel beter plaats vinden over wat de partijen wel of niet vonden passen in de toekomstbeelden en waarom. De tekenaar was daarbij een soort ‘verbeeldend secretaris’ van het overleg en maakte geen ‘eindbeelden’, maar vooral gesprekstekeningen die tussentijds aangepast werden naar aanleiding van de gesprekken tussen de belanghebbenden in het gehele proces.  

Dit leidde tot het werken met ‘zoneringen’ en deelgebieden, waarin andere accenten voor de ontwikkeling van het gebied waren omschreven. Op de ene plek bijvoorbeeld meer ruimte voor natuurontwikkeling en op een andere plek meer mogelijkheden voor toerisme en recreatie. Het resultaat waren vier sfeerbeelden, een overzichtskaart en adviezen hoe verder aan de slag te gaan met dit toekomstbeeld richting concrete uitvoering. Door het proces op deze manier aan te pakken is aan vertrouwen gebouwd. Zelfs in de moeilijke corona periode waar  alle bijeenkomsten digitaal hebben plaatsgevonden! Het lukte om elkaars belangen beter te begrijpen, een gezamenlijke taal te ontwikkelen en op basis van differentiatie in gebieden met elkaar na te denken over de toekomst. Dat gaf focus en vertrouwen voor het vervolgtraject.

MGA tips vanuit dit project

  1. Benut de kansen van ontwerpend onderzoek: enkele beelden kunnen soms veel beter werken dan bladzijden vol tekst en dikke rapporten. Belanghebbenden worden hierdoor uitgedaagd om heel expliciet te benoemen wat ze precies bedoelen.
  2. Ga niet aan de slag om eindbeelden te maken, maar zoek naar een tekenaar die zich opstelt en meewerkt als verbeeldend secretaris gedurende het proces.
  3. Probeer altijd zo goed mogelijk door te vragen wat er met bepaalde termen wordt bedoeld zodat je het daar ook met elkaar over kunt hebben. Wat is bijvoorbeeld ‘duurzaam toerisme’ of wat verstaan partijen precies onder het ‘verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit’?
  4. Focus niet alleen op de verschillende belangen, maar kijk ook of er gezamenlijke belangen zijn waar je elkaar in ieder geval op kunt vinden. Zo bouw je met elkaar een robuuste basis.
  5. In sommige gebieden kan het helpen om te gaan werken met deelgebieden of zonering. Dat leidt tot verschillende accenten en ontwikkelingsrichtingen. Zo maak je de taart groter en kunnen meer belangen gediend worden.

Meer info: https://www.vechtplassen.nl

Met dank aan Marinka van Vliet, Wessel Brocken (Bureau Buhrs) en Nanette Elfring (APPM) voor het interview en Sander de Knegt van SCHETSontwerp voor het maken van de beelden.

Ga terug naar de hoofdpagina MGA: wat kan je er mee?