Kijken en verwonderen

Dit schilderij “Vanitas” van David Bailly zal bij weinig leden van ons netwerk bekend zijn. Maar dat is op 29 november j.l. door een voordracht van ons Lid Haro Schultz van Haegen zeker veranderd. Haro nam ons mee in kijken en verwonderen, je iets afvragen. 

Belangrijk is hoe we zien, hoe we kijken, geloof je eigen ogen (en niet wat anderen hebben gezien en benoemd), kijk specifiek en met een open blik. Hoe belangrijk voor deelnemers aan een MGA-proces en hoe weinig beschreven in de literatuur. Er is veel over luisteren geschreven en weinig over kijken en zelf interpreteren. Daarom organiseerden wij deze samenkomst van het netwerk: wat kunnen we met kijken, je afvragen, je verwonderen.

Het schilderij wordt Vanitas (vergankelijkheid) genoemd, maar klopt dat wel? Wat zien we? Het eerste wat je ziet is een jonge schilder, met een portret van een oude man in zijn ene hand, een schilders-stok in de andere. Op de voorgrond dominant een doodshoofd. Uitgebeeld door een jonge schilder, dan ligt Vanitas als titel ligt voor de hand. Zoekend naar verdere details blijkt dat de jonge schilder een bekend zelfportret als oude man in zijn hand houdt en dat op de achtergrond de Luitspeler van Frans Hals hangt dat in Bailly’s jonge jaren nog niet bestond. We zien dus heel wat anders dan kunsthistorici in eerste instantie dachten. Dat brengt ons naar de relatie met een onderhandelingsproces:

Als een machtig man voorafgaande aan een onderhandeling een verklaring aflegt, welk vakje hierboven geeft dan het beste weer hoe ik mij voel? Kan ik eigenlijk wel met een open blik een verwachting over zijn gedrag in de onderhandelingen afleiden? Let ik op lichaamstaal en gesproken woord, of weet ik al bij de openingswoorden van de toespraak wat ik zie? Of zijn mijn verwachtingen zodanig dat ik niet weet wat ik zie? Misschien ken ik de persoon zo goed dat ik weet wat ik niet zie of misschien weet ik dat toch niet?

Voor de open mind van een consensus gericht onderhandelaar kunnen deze vragen helpen niet met zekerheden en vooroordelen aan tafel te gaan. Bemiddelaars weten dat dat je door uit te gaan van de omschrijving van het conflict door anderen een doodlopende weg kan worden ingeslagen. Daarom: luister niet alleen maar kijk ook met een open mind, misschien zijn de scheuren in Groningse huizen, vertoond op de TV, niet de weergave van het echte probleem dat om consensus vraagt, ik weet niet wat ik(nog) niet zie. 

Michel de Montaigne (1585): “Elk mens moet leren wat weten en niet- weten is; wat moed is en matigheid en rechtvaardigheid; wat het verschil is tussen eerzucht en hebzucht, tussen dienstbaarheid en onderworpenheid, tussen losbandigheid en vrijheid.”

Haro sloot af met: Dit is de diepere betekenis van Bailly’s meesterwerk, dat we moeten beseffen dat we een bepaalde manier van kijken aanhouden die ons moeiteloos past of die we hebben aangeleerd; dat we het perspectief kunnen verleggen, maar dat we dat pas doen als we het voelen. Dat we op meer manieren naar de werkelijkheid kunnen kijken, maar dat we dat niet doen zolang we het niet ervaren.